Banden met Drenthe & een passie voor kunst
Pieter en Marieke Sanders-ten Holte hebben sterke banden met Drenthe en verzamelen hedendaagse kunst. Hun ‘uit de hand gelopen hobby’ neemt inmiddels een groot van hun tijd in beslag. Met de oprichting van een Land Art Centrum in Dalen willen zij en hun kinderen Albertien en Pieter jr. het Drentse landschap op een nieuwe manier onder de aandacht brengen. ‘De blik op het landschap sturen vanuit een kunstperspectief, dat is onze belangrijkste missie.’
Hun liefde voor kunst en cultuur hebben ze niet van vreemden. Marieke Sanders, geboren ten Holte (Assen, 1941), bracht haar jeugd door in Emmen - ‘ik heb veel cantharellen en bosbessen geplukt in de Emmerdennen’ - en had ouders die zich ervoor beijverden, vlak na de oorlog, om bekende toneelgezelschappen met onder andere Ank van der Moer en Ko van Dijk naar het plaatselijke theater te halen. Niet zelden reisde het gezin ten Holte op een avond heen en weer naar Amsterdam om bijvoorbeeld een uitvoering van de Gysbrecht van Aemstel te kunnen bijwonen. ‘Mijn ouders hadden belangstelling voor cultuur en vonden het belangrijk dat we dergelijke stukken zagen.’ De zus van vader Ten Holte, Greet Sickinghe-ten Holte, enthousiasmeerde Marieke voor moderne kunst. Als ambtenaar bij OCW had die de taak Nederlandse kunst in het buitenland te propageren. ‘Ze was onder meer verantwoordelijk voor de Nederlandse inzendingen naar de Biënnale van Venetië en de Triënnale van Sao Paulo. Ze zat middenin de wereld van de moderne kunst, kende tal van kunstenaars, galeriehouders en museumdirecteuren. Ze heeft ons altijd sterk bij haar werk betrokken, sleepte ons mee naar tentoonstellingen en kunstenaarsateliers. Ze wilde ons daarmee leren kijken.’ Marieke herinnert zich nog goed hoe haar tante het tijdens een familieetentje in Emmen opnam voor Karel Appel. ‘Mijn ouders vonden diens werk vreselijk. Wij kinderen zeiden dat we het juist heel mooi vonden, maar dat was ook een beetje om hen te plagen. Wij hadden grote bewondering voor onze moderne tante.’
Pieter Sanders (Amsterdam, 1938) komt uit een familie waar het collectioneren van kunst al langere tijd een traditie is. ‘De ouders van mijn moeder verzamelden hedendaagse kunst. Al in de jaren ‘30 hadden die bijvoorbeeld een Mondriaan in hun bezit. Mijn grootvader van vaders kant had verschillende werken van de Haagse School en mijn ouders verzamelden hedendaagse – en Afrikaanse kunst. Wijzelf zijn in de jaren ’70 met het echte collectioneren begonnen. Pieter en Albertien, onze kinderen, zetten dat voort.’
Vernieuwend
De kunstcollectie Sanders-Ten Holte omvat inmiddels een groot aantal kunstwerken – variërend van schilderijen, tekeningen en sculpturen tot driediemensionale objecten en foto- en videowerken – en is daarmee één van de grotere privé-collecties van jonge, hedendaagse kunst in het land. Veel werken hangen of staan opgesteld bij het echtpaar thuis, andere staan in opslag. Recent schonk het echtpaar zo’n negentig schilderijen en objecten van Nederlandse kunstenaars aan het Instituut Collectie Nederland, dat namens de overheid zorg draagt voor roerend erfgoed en dit uitleent aan musea. De schenking bestaat grotendeels uit vroege aankopen uit de collectie. ‘We kochten aanvankelijk vooral werk van Nederlandse kunstenaars,’ vertelt Pieter Sanders. ‘Geleidelijk aan zijn we ons steeds internationaler gaan oriënteren. Sinds ik gepensioneerd ben kunnen we gemakkelijker overal naartoe reizen.’ In de verzameling zit werk van onder andere Sjoerd Buisman, Merijn Bolink, Wim van den Bosch, Kiki Lamers, Irene Fortuyn, Alicia Framis, Armando, Shireen Nashat, Stefan Balkenhol, Ryan Gander, Paul Kort en Rudi van de Wint. Persoonlijke voorkeur geeft de doorslag bij het doen van een aanschaf. ‘We laten ons niet adviseren, kiezen heel intuïtief,’ zegt Marieke Sanders. ‘Een belangrijke leidraad bij de selectie is dat we hédendaagse kunst zoeken die vernieuwend is, in de keuze van het materiaal of de thematiek. Het moet verrassend zijn, anders dan anders, je op het verkeerde been zetten. En het moet ons allebei aanspreken.’ Of een kunstenaar gerenommeerd is speelt geen rol en ook leeftijd is geen beslissend criterium. ‘Al wijst de praktijk uit dat we vaak werk kopen van jonge kunstenaars.’
Bronzen tranen Een historische band met Drenthe dus en een passie voor kunst. Het echtpaar Sanders en de kinderen Pieter jr. en Albertine verbinden die twee zaken in hun voornemen om in het Drentse Dalen, in samenwerking met de gemeente Coevorden en de Provincie Drenthe, een centrum voor land art op te richten, het LACDA (Land Art Centrum Dalen). Gesprekken erover, waaraan ook het CBK Drenthe, SKOR en de Stichting Natuurkunst Drenthe deelnemen, zijn inmiddels in volle gang. Het aan de familie Sanders toebehorende ‘huisje in Dalen’ aan de Hoofdstraat aldaar, speelt een centrale rol in de plannen. Van dezelfde tante die haar ogen opende voor moderne kunst erfde Marieke Sanders een klein maar monumentaal, negentiende-eeuws pand in de Drentse gemeente. Huis en bijbehorende grond behoren inmiddels toe aan haar kinderen. De familie wil van het pand een land art info- en documentatiecentrum maken waar de minstens 45.000 toeristen die Dalen jaarlijks aandoen informatie kunnen krijgen over kunstroutes en andere kunstactiviteiten in de omgeving, kleinschalige kunstpresentaties kunnen bekijken – ‘we denken aan videopresentaties ’– en zich aan de hand van boeken en tijdschriften kunnen documenteren over land art. De term ‘land art’, zo benadrukt het echtpaar, moeten we daarbij niet al te strikt opvatten. Het gaat hen niet uitsluitend om werk van de kunstbeweging die in de Verenigde Staten ontstond in de jaren ’60. Kunstenaars die daarbij hoorden intervenieerden in het landschap door bijvoorbeeld heuvels aan te leggen, kuilen te graven of ophopingen in het water te maken. Van een dergelijke landschapskunst is het kunstwerk van Robert Smithson in de bossen bij Emmen een goed voorbeeld. ‘Ons gaat het om landschapskunst in de brede zin van het woord,’ zegt Pieter Sanders. ‘Dus niet alleen om kunst waarin het landschap als context een belangrijke rol speelt maar ook om kunst die landschap of landschappelijke elementen als onderwerp heeft.’ De eigen collectie bevat verschillende kunstwerken die onder die brede definitie van ‘land art’ vallen: een fotoserie van een meer bijvoorbeeld, nevelig, mooi en unheimisch tegelijk, van Nikko Sinervo, een stuk boomstam waarvan Merijn Bolink de jaarringen opnieuw heeft ingepakt met boomschors, en de door Irene Fortuyn vervaardigde bronzen tranen, bevestigd op de stammen van dennenbomen in de achtertuin.
Anders kijken Het centrum voor landschapskunst, LACDA, moet een verzamelpunt worden van informatie over kunst in relatie tot het landschap en die waar mogelijk zichtbaar maken. Daarnaast is het de bedoeling het huis in Dalen open te stellen voor tijdelijke bewoning door een kunstenaar, schrijver of vertaler. ‘We gaan hiervoor samenwerking zoeken met kunstinstellingen in Nederland en Duitsland,’ vertelt Pieter Sanders. Aan de N34 bezit de familie nog wat grond. ‘We willen daar op termijn ook één of meer land art-projecten laten uitvoeren. Een artist in residence kan een verblijf in het huisje eventueel benutten als onderzoeksperiode ter voorbereiding daarop.’ Vanwaar deze nadruk juist op land art? Marieke Sanders: ‘Door kunst in en over landschap bij mensen onder de aandacht te brengen willen we stimuleren dat mensen anders naar de omgeving gaan kijken. De blik op het landschap sturen vanuit een kunstperspectief, dat is onze belangrijkste missie. Dalen ligt aan de uiteinden van de Hondsrug: het is een zanddorp dat aan weerszijden wordt begrensd door oude veengronden en dat maakt het heel bijzonder. Ik fiets hier veel rond en het valt me altijd weer op hoe ontzettend mooi de golving in het landschap en hoe weids het hier is. Zoiets vind je haast nergens. Er is inmiddels veel van vernield, onder meer door ruilverkaveling, maar er is gelukkig ook nog het een en ander van over. De schoonheid van het Drentse landschap hopen wij met kunst op een nieuwe manier zichtbaar te maken.’
Tekst: Monica Boekholt en Else de Jonge